Centraal in Blondeels benadering staat de vooronderstelling dat gewone stedelingen (kinderen, ouders, ouderen, winkeliers…) een belangrijke maar slecht gekende bijdrage leveren aan het functioneren van de stad. Hun dagelijkse routines bevatten ervaringskennis die juist in kwetsbare wijken cruciaal is voor het samenleven van mensen op een kleine oppervlakte. Hoewel die stedelijke ervaringen dagelijks voorhanden zijn, is de kennis die ze bevatten niet zonder meer beschikbaar, ook niet voor de betrokkenen zelf. Het onderzoek naar stedelijke ervaringskennis bestudeert de articulatie van wat alsnog niet gezegd is omdat het alsnog niet gezien wordt, hoewel het als praktijk, als routine en als competentie wel degelijk aanwezig is. Stedelijke ervaringskennis is niet zonder meer gegeven; ze moet eerst in kaart worden gebracht en vervolgens openbaar worden gemaakt.
Op vrijdag 20 oktober zetten we de kernpunten van Blondeels benadering in het voetlicht. Drie bijzondere praktijkmensen vullen aan; drie academische respondenten geven kritisch commentaar. Hoe kan geduldig en meervoudig-multidisciplinair onderzoek documenteren wat er op de vloer van de stad gebeurt en gedaan wordt? Hoe kunnen we deze bijzondere vorm van weten bestuderen en meer publiek maken?
Paul Blondeel (1957) is wetenschappelijk medewerker binnen Cosmopolis Centre for Urban Research (VUB) waar hij jarenlang les gaf aan stedenbouwkundigen en ruimtelijk planners (de STeR*– opleiding). Zijn onderwijswerk was sterk geïnspireerd door zijn veld- en studiewerk in kwetsbare stadswijken in België en Nederland. Hij deed ruim 30 jaar onderzoek naar de structuur en de articulatie van ervaringskennis bij bewoners van dergelijke stadswijken, onder meer aan de KU Leuven en aan de Universiteit Antwerpen.
14.00 – 14.15 : Welkom door prof. dr. Kobe Boussauw (Cosmopolis Centre for Urban Research, VUB). Wat is het belang van ervaringskennis voor urban studies en voor stadsonderzoek in Brussel; voor de opleiding van stedenbouwkundigen en ruimtelijke planners.
14.15 – 15.45 : Colloquium - Wat praktijkmensen weten over stedelijke ervaringskennis
Dr. Sarah De Boeck (auteur Paul Verbraekenlezing 2021, IDEA Consult) is gastvrouw. Samen met Paul Blondeel voert ze de gesprekken.
Terwijl de sociale theorie geen eenduidige benadering over ervaringskennis kan voorleggen, weten bekwame praktijkmensen wel degelijk hoe stedelijke ervaringskennis gecapteerd en gearticuleerd kan worden. Na elk gesprek is er een kort debat met de zaal.
- M’hamed El Ouali is opbouwwerker bij SAAMO Brussel met ruime werkervaring in kwetsbare wijken. M’hamed is een van de architecten van de methodiek Samen op Straat waarbij de identiteit en de kracht van jongeren in de publieke ruimte worden gevaloriseerd. Hij is sinds een tijdje werkzaam in de Anderlechtse wijk Peterbos.
- Tina De Gendt is historica en bedenker van het stedelijk onderzoeksprogramma ‘de vierkante kilometer’ in Gent. Gedurende een bepaalde periode gaat ze samen met bewoners op zoek naar verborgen geschiedenissen en vergeten praktijken in Gentse wijken van aankomst, de superdiverse wijken aan de oude poorten van de stad.
- Betty D ’Haenens was jarenlang bezieler van het multiculturele wijkhuis Chambéry in Etterbeek – een pionier in het zichtbaar maken van solidaire praktijken in de stad. Ze coördineerde recent het sociaal artistiek project ‘des mots qui piquent / woorden die raken’, een raamproject waarbij schrijf- en poëzie-ateliers met gewone Brusselaars uitmonden in een toonmoment van eigen teksten op de wagens van de gemeentelijke vuilnisophaaldienst.
15.45 – 17.30 : Academische zitting - Het sociaalwetenschappelijk onderzoek naar ervaringskennis: problemen, mogelijkheden en enkele voorstellen
- 15.45 : Paul Blondeel presenteert de centrale stellingen uit Onbegonnen werk, het boek dat speciaal voor deze gelegenheid geschreven werd. Na een korte schets van het theoretisch vacuüm wat betreft ervaringskennis, althans in de academische literatuur, wordt een sequentiemodel voorgesteld waarmee stedelijke ervaringsprocessen onderzocht, benoemd en beschreven kunnen worden. Dit werkinstrument wordt geïllustreerd aan de hand van eerder uitgevoerd onderzoek in Brussel; Gent; Antwerpen en Rotterdam. De lezing sluit af met enkele voorstellen voor verder onderzoek en methodiekontwikkeling.
Drie academische respondenten reageren kritisch en vullen de voorstellen aan
- 16.25 : Dr. Sven De Visscher (onderzoeksleider eCO-CITY, Hogeschool Gent)
- 16.40 : Prof. dr. Maarten Loopmans (sociaal geograaf, KU Leuven)
- 16.55 : Prof. dr. Arnold Reijndorp (emeritus Universiteit van Amsterdam)
- 17.10 : Q&A met de zaal en de respondenten
17.30 : Receptie aangeboden door Cosmopolis Centre for Urban Research