Toen na de goedkeuring van de belangrijke wet op de Stedenbouw en de Ruimtelijke Ordening van 29 maart 1962 de ruimtelijke ordening in België ook effectief vorm moest krijgen, werd Herman door zijn mentor Frans Van Mechelen het veld in gestuurd voor een pioniersrol die hem op het lijf geschreven was. Hij coördineerde in de jaren zeventig verschillende streekstudies en was betrokken bij de opmaak van ontwerp-gewestplannen voor Noorderkempen, de provincie Brabant, Schelde en Dijle, de regio Leuven-Tienen-Landen, etc.
Met de invoering van de meeste Gewestplannen eind jaren zeventig rees ook de kritiek hierop. De woongebieden waren stelselmatig te ruim bemeten, de plannen waren te statisch, er was te weinig marge voor meervoudig ruimtegebruik. Om maar te zwijgen over het politiek ‘dienstbetoon’, waardoor gronden op oneigenlijke wijze van bestemming veranderden.
Het werd duidelijk dat de Gewestplannen niet volstonden om Vlaanderen een toekomstbestendige ruimtelijke inrichting te geven. Eind jaren tachtig kwam het denkwerk hierover pas goed op gang, mede onder impuls van de toenmalige administratie, met onder meer Jos Lorent en Roger Liekens. Herman speelde hier op in. Hij was betrokken bij talrijke voorbereidende structuurschetsen en -schema’s van wat later het Structuurplan Vlaanderen zou worden.
In die periode waaide er in de Europese Unie een nieuwe wind, met het aantreden van Commissievoorzitter Jacques Delors. Mens en Ruimte kreeg de kans om de ruimtelijke perspectieven uit te tekenen voor de hele regio tussen Londen, Parijs, Amsterdam, Frankfurt en het Ruhrgebied (het Centraal Hoofdstedelijk Gebied). Herman schrok er niet voor terug dergelijke ambitieuze opdrachten met Mens en Ruimte aan te nemen. De faam van het studiebureau strekte zich intussen uit tot in onze buurlanden, en dat leidde ook tot opdrachten in Noord-Brabant, Nord-Pas-de-Calais, ja zelfs in Hongarije. Mens en Ruimte werkte ook mee aan de Tweede Benelux Structuurschets voor de Benelux, samen met onder meer Jef Van den Broeck en Frank D’hondt.
Een stokpaardje van Herman was ook de Brusselse Rand, die voor hem groen en vooral Vlaams moest blijven. Hij heeft daar op vele momenten en op verschillende manieren voor geijverd, maar dat weerhield hem er niet van ook in het Brussels Gewest zelf actief te zijn, en via diverse projecten de welvaartseffecten van de Europese instellingen in Brussel in de verf te zetten.
Herman Baeyens overleed thuis in Dilbeek op 29 januari. De VRP betuigt haar medeleven aan familie en nabestaanden.
Tekst: Peter Janssens