Over het onderzoek
Hoe evolueren economische activiteiten in het kader van de Bouwshift?
Dit verkennend onderzoekExternal website richt zich op de urgentie van het behoud van open ruimte in Vlaanderen vanaf 2040. Het analyseert de ruimtebehoeften en impact van economische activiteiten, met als doel om beleidsmarges te identificeren. Het onderzoekt trends in de bouw-, logistieke en kantoorsector, met input van focusgroepen. De resultaten geven inzicht in economische veranderingen, hun invloed op ruimtegebruik en de beleidsmarges om ruimtebeslag te sturen. In de afgelopen tien jaar kenden de bouw-, logistieke en kantoorsector in Vlaanderen een toenemend ruimtebeslag dat nauw verbonden is met de economische groei in elk van deze sectoren. De voorspelde voortzetting van economische groei door het Federaal Planbureau suggereert een verdere stijging van de ruimtebehoeften. Elke sector vertoont echter unieke dynamieken in termen van ruimtebeslagtrends.
Deze studie werd uitgevoerd door IDEA Consult. Het webinar wordt gepresenteerd door Sarah De Boeck & Lucien Kahane.
Een verkennende analyse van het Vlaams beleid vanuit het oogpunt bodem(zorg)
Het belang van gezonde bodems en bodemzorg staat internationaal en Europees steeds hoger op de agenda. Ook in Vlaanderen lopen diverse lokale en regionale initiatieven die -direct of indirect- bijdragen aan gezondere bodems. Vanuit het programma Grond+Zaken van het Open Ruimte Platform werd een gezamenlijke studie gelanceerd rond opportuniteiten en hiaten om goede bodemzorg sterker in te bouwen in Vlaamse beleid. Deze studie wil inzicht krijgen in huidige en toekomstige (beleids)initiatieven, met als voornaamste doel om kritieke hefboompunten voor meer bodemzorg in Vlaanderen bloot te leggen. Net omdat bodem als transversaal thema aan zoveel beleidsdomeinen en maatschappelijke actoren raakt, wordt hier gekozen voor een aanpak van co-creatie en systeemdenken. Er wordt gefocust op twee complementaire deelsystemen met een verschillend bodemgebruik, nl. landbouw en verstedelijkte omgeving.
Deze studie werd uitgevoerd door Voorland, VITO en Ossiado in opdracht van Departement Omgeving, OVAM en VLM.