Op 17 november werd de VRP-Afstudeerprijs 2016 uitgereikt aan Christine Clits (Universiteit Antwerpen) voor haar evaluatieonderzoek naar de ontwikkelingsmogelijkheden van woonuitbreidingsgebieden. Het eindwerk draagt bij aan de prangende maatschappelijke vraag naar het stopzetten van dagelijkse inname van open ruimte. De jury vindt het essentieel dat dit beleidsevaluerend onderzoek de werkelijke effecten van de ingezette instrumenten meet om bijsturingen in het beleid mogelijk te maken.
De door privaat initiatief geleide diffuse aanvragen tot principieel akkoord stellen het probleem van aansnijden van woonuitbreidingsgebieden op scherp. Het onderzoek van Christine Clits toont onder meer aan dat er door middel van een principieel akkoord driftig werd gebouwd in het buitengebied. Op 5 jaar tijd werden er 253,45 ha woonuitbreidingsgebieden vrijgegeven. Maar liefst 340 voetbalvelden aan open ruimte zijn op die manier moeten wijken voor bebouwing in het buitengebied. De jury ziet in het eindwerk dus een zeer goede basis om een grondige discussie over het stopzetten van het aansnijden van open ruimte te voeren met de eigen leden, het vakpubliek en het beleid. Het eindwerk bevat een krachtige analyse maar mist nog scherpte in de conclusies en aanbevelingen. Bij de verdere promotie van het eindwerk en zeker in het artikel in het tijdschrift Ruimte zal er dus aandacht moeten gaan naar het verduidelijken en verscherpen van de conclusies en aanbevelingen. Naast de mogelijkheid om een artikel te publiceren in Ruimte, wint Christine ook € 1200 aan reischeques.
22 studenten deden mee aan de editie 2016. Naast het winnend werk wenst de jury nog drie bijkomende inzendingen voor het voetlicht brengen:
Ruimte (ver)halen
Arno Braet (KU Leuven – campus Gent) slaagt erin om met zijn eindwerk ‘Ruimte (ver)halen’ een nieuwe invalshoek toe te voegen aan de planningsbenadering. Hij hanteert literatuur om de betekenis van een plek te vatten, over te brengen en om te zetten naar ontwerp. Hij baseert zich hierbij op een volledige en onderbouwde onderzoeksmethodiek die ook reflectie maakt naar de huidige toegepaste ontwerpmethodiek. Hij past dit concreet toe in een aantal niet ingevulde woonuitbreidingsgebieden in Brugge, ogenschijnlijk ‘eenvoudige’ plekken die misschien net daarom vatbaar zijn voor betekenis negerende ontwikkelingen. Het gebruik van literatuur laat toe om de nuances in de betekenis van deze plekken goed weer te geven. De jury kijkt uit naar de toepassing van dezelfde methodiek op meer complexe stedelijke cases of op een hoger schaalniveau, bijvoorbeeld een stad of een ruimer gebied. De methodiek vergt een behoorlijke inspanning en lijkt eerder een ondersteunend en inspirerend instrument bij visievorming en projecten van overheden.
Levende stadsvernieuwing op het Kiel, ruimte voor ontmoeting en tewerkstelling
Antoinette Mas (Universiteit Antwerpen) laat met haar eindwerk ‘Stadsvernieuwing op het Kiel’ het belang zien van een sociale dimensie bij ruimtelijke analyse en ontwerp. Ze vindt het zeer belangrijk om als ruimtelijk planner niet alleen een ruimtelijke analyse te maken maar ook het sociale weefsel en functioneren helemaal te doorgronden. Ze hanteert hiervoor heel wat statistieken, maar gaat ook aan de slag in de wijk zelf. Interessant daarbij is dat ze elementen uit de interviews telkens projecteert op de kaart van de wijk. Haar ruimtelijk ontwerp vertrekt van de vragen die nu leven en de initiatieven die nu reeds in de wijk aanwezig zijn, maar verbindt deze, schaalt ze op en brengt ze samen in een overkoepelende visie. Ze komt tot een aantal kleinere ingrepen op korte termijn en een aantal meer structurele ingrepen op lange termijn. De ingrepen op korte termijn ziet ze als een experiment om na te gaan hoe de wijk zelf reageert en als een accelerator voor nieuwe initiatieven. De ingrepen laten zien dat ze de wijk effectief goed doorgrondt. De jury mist wel de verwijzing naar gelijkaardige benaderingen zoals de wijkcontracten in Brussel en de vertaling van haar bevindingen in de wijk naar structurele voorstellen rond onderzoeks- en planningsmethodiek.
Kempisch Landbouw Landschap – Ontwerpend onderzoek naar de ruimtelijke potenties van een multifunctionele landbouw
Jasmien Smets (Universiteit Antwerpen) neemt met haar eindwerk ‘Kempisch Landbouw Landschap’ een zeer toekomstgericht thema vast. Ze doet dit vanuit de nood aan transformaties in de landbouw en vanuit haar overtuiging dat ruimtelijke planning hierbij een essentiële rol dient op te nemen. Ze beschrijft een aantal ruimtelijke concepten en bedrijfseconomische strategieën voor landbouw en past deze in een ruimtelijk ontwerp toe binnen twee proefgebieden. Haar ontwerpen laten zien dat de landbouwruimtes belangrijke bijkomende maatschappelijke functies kunnen opnemen, maar ook dat landbouw helemaal kan verweven zijn in het bebouwde weefsel. Het vraagt om een nieuw soort ondernemerschap waarbij de landbouwactiviteiten mogelijk maar een onderdeel zijn van het ganse bedrijf. Net daarom vindt de jury het jammer dat in het eindwerk de haalbaarheid van de voorgestelde strategieën en modellen nog niet is nagegaan en heeft afgetoetst in het gebied. De jury stelt zich ook de vraag naar de keuze en de volledigheid van de beschreven landbouwconcepten en –strategieën.
Jury: Griet Celen (VLM, juryvoorzitter), Bert Claes (stad Antwerpen), Miechel De Paep (Buur), Debbie De Spiegeleire (stad Gent), Boris Huyghebaert (Atelier Romain), Kristien Lefeber (provincie Limburg), Peter Swyngedouw (Omgeving), Koen Van Den Troost (Intercommunale Leiedal) en Peter Vervoort (Ruimte Vlaanderen).