nieuws
Afgelopen zondag was het zo ver. Op het nippertje kon er dan toch nog een verklaring in september worden afgelegd, al was het niet op de daarvoor vastgelegde datum. Hieronder een overzicht van de belangrijkste punten.

Rechtszekerheid begint bij planning en visie, niet bij vergunningen

De Vlaamse plannen omtrent omgeving zijn niet min. Bijna een half miljoen extra woningen, meer ruimte voor bedrijven, meer ruimte voor weginfrastructuur. Tegelijkertijd wordt er ingezet op behoud van open ruimte. Om de ‘ruimte voor’ te verzoenen met openruimtebehoud, ziet de regering voornamelijk het vergunningenniveau als hefboom.

De nota zet in op het verminderen van ‘regeldrift’ en administratieve lasten. Concreet wil de regering inzetten op afgebakende regelluwe zones, worden bestemmingscategorieën gemoderniseerd en ‘worden belangrijke ontwikkelingen versneld’. Er wordt in de regelgeving dus vooral gesnoeid en aangepast.

De VRP is echter van mening dat rechtszekerheid en vlotte procedures net verzekerd worden door “slimme” regelgeving, ter uitvoering van een ambitieuze visie. Regelgeving zou een instrument voor lokale besturen moeten zijn om onze leefomgevingen aantrekkelijk, gezond en klimaatadaptief te maken, zodat het in de bebouwde ruimte goed vertoeven is. Regels schrappen en vergunningsprocedures vlotter maken zonder doordacht ruimtelijk beleid, zowel Vlaams als lokaal, is de bouwshift herleiden tot de maximalisering van het aantal woonentiteiten op een perceel. Dergelijk ondoordachte verdichting zal onze kernen niet aantrekkelijker maken.

Des te belangrijker dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen wordt vastgesteld deze regeerperiode, zodat de bouwshift effectief tot uitvoering komt en zodat het beleid op dat beleidsplan kan worden geënt.

Desalniettemin is een groot deel van de ambities een herhaling van doelen die in de vorige legislatuur niet zijn gerealiseerd (BRV, vereenvoudigde regelgeving, inzet op gebiedsgericht werken). Anderzijds zijn veel van de genoemde doelen een verderzetting van wat er in de vorige legislatuur al gerealiseerd (instrumentendecreet, planologische compensatie/ neutraliteit via het Verzameldecreet, modernisering van de omgevingsvergunning en de MER-kwestie). Al met al blijven de plannen rond omgeving daarmee vaag en weinig visionair. Dat blijkt ook uit de manier waarop de Europese doelstellingen terug komen in de tekst, waar er vooral naar fasering en uitstel wordt gekeken.

Ruimte voor water

De Vlaamse regering zet in op overstromingsgevoelige gebieden. De VRP pleit al langer voor een pro-actief beleid waarbij duidelijk in kaart wordt gebracht waar het veilig en wenselijk is om nog te ontwikkelen en waar niet, en dat zowel vanuit droogte als overstromingsperspectief. Zoals ook in het memorandum van VRP geopperd, wordt er gestopt met bouwen in watergevoelige openruimtegebieden. De overheid gaat consequent in beroep tegen gemeenten die toch vergunningen afleveren in watergevoelig gebied.

Er wordt tevens een Blue Deal 2.0 gelanceerd, die nieuwe watergevoelige openruimtegebieden afbakent. We willen hierbij benadrukken dat dit een ‘need to have’ maatregel is, geen ‘nice to have’ en dat betekent dat deze maatregel prioriteit en budget toegewezen moet krijgen. De geactualiseerde VMM watertoetskaarten zouden daarbij als basis moeten dienen Wel betreuren we dat er aanzienlijk in de budgetten voor de Blue Deal wordt gesnoeid, waardoor de vooruitgang op vlak van weerbaarheid tegen overstromingen significant zal vertragen.

Met een versterkt Sigma 2.0-programma dat zich tevens bij oefening uitbreidt naar andere bekkens zal de strijd tegen overstromingen verder worden aangegaan. De aanbevelingen uit Weerbaar Waterland krijgen een boost, zodat conflicterend landgebruik kan worden afgebouwd, maar over de uitvoering blijft men nog in het ongewisse.

Met de Blue Deal 2.0 wordt werk gemaakt van valleiherstel, aanleg van wetlands en natte natuur. Die nature based solutions spelen een belangrijke rol bij klimaatadaptatie. Ook hier over uitvoering en budget nog geen duidelijkheid.

Ruimte voor mobiliteit

Op vlak van mobiliteit beoogt de Vlaamse regering een toename van verplaatsingen met duurzame vervoerwijzen, namelijk tot 50% in 2029. Ook maken we in 2040 30% van onze verplaatsingen met de fiets. Er word fors geinvesteerd in trams en bussen, al blijft het exacte bedrag voorlopig nog onduidelijk.

Er is aandacht voor verkeersveiligheid, waar er wordt gemikt op de doelstelling van Vision Zero (zo dichtbij 0 verkeersslachtoffers als mogelijk tegen 2050). Zo wordt niet enkel doorstroming benoemd, maar ook het belang van veiligheid. Op logistiek vlak is er aandacht voor de binnenvaart en stadslogistiek, zo “krijgen gemeenten de nodige handvatten om daarmee aan de slag te gaan”. De VRP is benieuwd hoe die handvaten vorm zullen krijgen.

Vanuit de VRP benadrukken we wel dat de voorstellen rond mobiliteit (te) weinig worden gelinkt aan hun ruimtelijke inpassing. Zo zal de vervoersautoriteit de vervoersregio’s herzien, door ze af te toetsen aan de principes van basisbereikbaarheid, ambities van de modal shift en het aanpakken vervoersarmoede. Bijkomend zouden ze ook moeten worden afgetoetst aan de principes van de bouwshift, vindt de VRP. Ook vinden we het een gemiste kans dat er niet wordt ingezet op auto-afhankelijk bouwen. Dat kan door bijvoorbeeld de vervoersautoriteit een mandaat te geven om vergunningen voor projectontwikkeling op auto-afhankelijke plaatsen, dus plaatsen die geen knooppunt van hoogwaardig openbaar vervoer zijn, te kunnen weigeren (zoals de overheid ook gaat doen voor vergunningen die worden afgeleverd in overstromingsgevoelig gebied). Zo kan de Mobiscore nieuw leven worden ingeblazen.

Ook de nieuwe wegencategorisering heeft een duidelijke samenhang met ruimtelijke planning, maar dat blijkt niet uit het regeerakkoord. Wegen moeten ingericht worden volgens het meervoudig gebuik en dus in relatie tot hun omgeving.

Ruimte voor energie

Op vlak van energie staat de VRP achter het voorstel voor steunmechanismen voor windenergie en instrumenten ter vergroening van de warmtevraag. Toch missen we ook hier de link met ruimtelijke planning.  Zo zou het beoordelingskader voor Aquathermie en wetgeving tussen domeinen milieu, water, energie en omgeving moeten worden afgestemd zodat lokale besturen vanuit hun lokaal warmteplan de aquathermievraag kunnen sturen. Regionale ruimtelijke visies en afwegingskaders zijn noodzakelijk om vooraf de meest efficiënte keuzes te maken. Achteraf uitgevoerde initiatieven bijsturen om ze efficiënter te maken blijkt bijzonder moeilijk in de praktijk. Het ‘better safe than sorry’ principe ontbreekt vandaag in de ruimte-inname voor energie.

Ruimte voor circulaire economie

De VRP is blij om vast te stellen dat Vlaanderen circulair wordt verdergezet. Toch missen we ook hier de link met ruimtelijke planning: zo zouden bestaande brownfieldsites kunnen worden gescreend op hun potentie in functie van circulaire economie, om ook die sites terug in omloop te brengen.

Ruimte voor wonen

Allereerst stelt het regeerakkoord dat er een half miljoen woningen zouden moeten bijkomen. Gezien er aan het huidige tempo meer dan een miljoen zouden bijkomen, moedigt de VRP dat streven aan. Uit woonbehoeftestudies blijkt al langer dat het aantal wooneenheden (+-3.358.000) een stuk sneller groeit dan het aantal huishoudens (+-2.950.000) en dat we daarmee afstevenen op een flink overschot.  Zaak dus om dat tempo te vertragen.

Het regeerakkoord legt de nadruk op sociaal wonen en kwaliteitsvol en betaalbaar huren. Zo worden subsidies voor sociale woningen verhoogd, wordt de kwaliteit van de private huurmarkt verhoogd door het principe van budgethuur verder uit rollen, worden mogelijke knelpunten bij de juridische constructies bij coöperatieven geevalueerd op knelpunten, komt er een nieuw bindend sociaal objectief en wordt leegstand aangepakt via sociaal beheersrecht.

Zoals de VRP stelt in de call to action rond betaalbaar wonen, is het werk maken van een sociaal bindend objectief essentieel. De bindendheid ervan mag niet vrijblijvend zijn. Voor gemeenten die zich niet aan de afspraak houden voorziet de Vlaamse regering als stok achter de deur dat ze een financiële bijdrage moeten leveren tot de huurpremie.

Ook hier mist de VRP de link met ruimtelijke planning. Het aanbod aan sociale woningen op punt brengen is cruciaal voor de betaalbaarheid van wonen. Eenvoudigweg stellen dat het aanbod de prijs zal doen dalen is een mythe die ons niet zal helpen om woningen betaalbaar te maken. Een overheid dient verschillende strategieën toe te passen, waaronder lasten opleggen, de grondprijzen onder controle houden en voldoende kwalitatieve publieke en sociale huisvesting ter beschikking stellen. Dat het aanbod aan sociale woningen met het sociaal bindend objectief nu wordt opgekrikt, is dan ook een goede zaak. Toch mag de stok achter de deur voor gemeenten die het BSO niet uitvoeren steviger, bijvoorbeeld te stellen dat zij geen verkavelingsvergunningen of RUP’s meer mogen goedkeuren tenzij die mix erin zit.  

Tegelijkertijd zouden sociale woningen niet zomaar overal moeten kunnen komen, maar enkel op plekken met veel voorzieningen en knooppunten van openbaar vervoer. Slecht gelegen woon(uitbreidings)gebieden moeten geschrapt worden.Het rapport ‘Waar woont de Vlaming in 2035’ legt duidelijk de noodzakelijke keuzes bloot op het snijvlak van wonen en ruimtelijke ordening.

Tot slot delen we graag het schema uit de intentienota van Labo Ruimte, over alle factoren die de huurprijs beïnvloeden. Daarbij raden we de Vlaamse overheid aan om niet enkel in te zetten op maatregelen die vraag en aanbod beinvloeden, maar om structureel te werken aan een woonaanbod vanuit de overheid.

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Elke maand een overzicht van de VRP-activiteiten, events van derden en het laatste nieuws uit de vakwereld. Heet-van-de-naaldnieuws verneem je via onze nieuwsflitsen.

PS: check je je spambox voor de bevestiging? Pas nadat je bevestigt zal je de nieuwsbrief ook effectief ontvangen ;-).